Taalonderwijs in Beeld PO
Online zelfevaluatie-instrument dat als startpunt kan dienen voor duurzame verbeterslagen in het basisonderwijs met betrekking tot het taalonderwijs schoolbreed.
Alle onderzoeken worden gecoördineerd door het Expertisecentrum Nederlands.
Online zelfevaluatie-instrument dat als startpunt kan dienen voor duurzame verbeterslagen in het basisonderwijs met betrekking tot het taalonderwijs schoolbreed.
Online zelfevaluatie-instrument dat als startpunt kan dienen voor duurzame verbeterslagen in de preventieve aanpak in groep 1 & 2 als voorbereiding op het formele lees- en spellingonderwijs in groep 3.
Online zelfevaluatie-instrument dat als startpunt kan dienen voor duurzame verbeterslagen in het basisonderwijs met betrekking tot het lees- en spellingonderwijs en de begeleiding van leerlingen met lees- en spellingproblemen en dyslexie.
Online zelfevaluatie-instrument dat als startpunt kan dienen voor duurzame verbeterslagen in het voortgezet onderwijs met betrekking tot het Nederlandse taalonderwijs schoolbreed.
Online zelfevaluatie-instrument dat als startpunt kan dienen voor duurzame verbeterslagen in het voortgezet onderwijs met betrekking tot de begeleiding van leerlingen met lees-, spellingproblemen en dyslexie.
Online zelfevaluatie-instrument dat als startpunt kan dienen voor duurzame verbeterslagen in het basisonderwijs met betrekking tot het taalonderwijs schoolbreed.
Een goede ontwikkeling en beheersing van de Nederlandse taal is onmisbaar voor het schoolsucces en maatschappelijk functioneren van kinderen en jongeren. Effectief taalonderwijs is daarom essentieel. Op de basisschool doorlopen kinderen een groot deel van de taalontwikkeling en wordt de basis gelegd voor de verdere ontwikkeling van talige competenties in het vervolgonderwijs. Taalonderwijs in Beeld PO brengt daarom het taalonderwijs op de basisschool in de volledige breedte in kaart: van de ontwikkeling van de beginnende geletterdheid in groep 1 en 2 tot de aandacht voor werkwoordspelling en fictie & literatuur in groep 8.
Volgens het Expertisecentrum Nederlands is goed taalonderwijs integraal opgenomen in het onderwijs. Ook is het interactief en is er goede instructie voor nodig. Samen vormen integratie, interactie en instructie de drie i’s die nodig zijn om taalonderwijs op een effectieve manier vorm te geven. Vanuit deze visie – in combinatie met wat bekend is uit onderzoek over effectief taalonderwijs in het basisonderwijs – is Taalonderwijs in Beeld PO ontworpen. Zie deel 3 van de Handleiding en verantwoording Taalonderwijs in Beeld voor de wetenschappelijke verantwoording van de scan.
Taalonderwijs in Beeld PO is de vervanger van de Tussendoelenmonitor PO en brengt het onderwijs van verschillende taaldomeinen op school in kaart. In onderstaand figuur vindt u een visuele weergave van wat Taalonderwijs in Beeld in kaart brengt. Ook is er aandacht voor de algemene pedagogische-vakdidactische bekwaamheid van leerkrachten en voor een aantal randvoorwaarden voor het bieden van kwalitatief goed taalonderwijs. De scan wordt ingevuld door de verschillende doelgroepen die inhoudelijk betrokken zijn bij het taalonderwijs op school.
Het instrument bevat de volgende onderdelen:
De resultaten van de scan kunnen als volgt worden benut:
Het is raadzaam om transparante en duidelijke afspraken te maken met het team over met welk doel Taalonderwijs in Beeld PO wordt ingezet en iemand aan te wijzen die het invullen ervan coördineert. In deel 2 van de Handleiding en verantwoording wordt op enkele A4-tjes het proces beschreven dat kan worden gevolgd bij de voorbereiding en uitvoering van het gebruik van de scan. Hier wordt ook meer informatie gegeven over de doelgroepen die de scan invullen en de tijdsinvestering van de verschillende doelgroepen.
Taalonderwijs in Beeld beoogt een zo volledig mogelijk beeld te geven van de kwaliteit van het taalonderwijs op school. Er zijn veel aspecten essentieel voor de inrichting van goed taalonderwijs. Een prioritering hierin aanbrengen is complex. Een gevolg hiervan is dat de scan een groot aantal stellingen bevat. De geschatte tijdsinvestering bedraagt voor leerkrachten 30-45 minuten en voor onderwijsondersteuners en leidinggevenden 15-20 minuten.
De eerste versie van Taalonderwijs in Beeld PO is sinds het voorjaar van 2023 beschikbaar. Na afloop van de vragenlijst vragen wij u daarom naar uw ervaringen en feedback. In de zomer van 2023 zullen wij de scan op basis van de verzamelde feedback bijstellen en verbeteren.
Online zelfevaluatie-instrument dat als startpunt kan dienen voor duurzame verbeterslagen in de preventieve aanpak in groep 1 & 2 als voorbereiding op het formele lees- en spellingonderwijs in groep 3.
Het is belangrijk dat leerlingen goed voorbereidend lees- en spellingonderwijs krijgen, waarbij er ruim aandacht is voor de preventieve aanpak. In het kort houdt dit het volgende in.
Preventief werken in de vorm van (voorbereidend) lees- en spellingonderwijs in groep 1 en 2 heeft als doel om lees- en spellingproblemen en het risico op laaggeletterdheid en dyslexie te voorkómen. Daarbij wordt ondersteuningsniveau 3 (individuele interventies bij risicoleerlingen) in de tijd naar voren gehaald. Dat wil zeggen ook al in groep 1 en 2, worden naast het aanbod op ondersteuningsniveau 1 en 2, vroegtijdig interventies op ondersteuningsniveau 3 gegeven. Dus: niet afwachten, maar aanpakken als het nodig is! Dit vormt een goede voorbereiding op het formele leesonderwijs in groep 3 én voorkomt onnodige sociaal-emotionele problemen. Naast het stimuleren van verbetering van de preventieve aanpak op de werkvloer (operationeel) is er expliciete aandacht voor implementatie en verankering op alle aansturingsniveaus (ook tactisch en strategisch).
Het totale instrument bestaat uit de volgende onderdelen:
In grote lijnen biedt de uitslag van de vragenlijst van de Scan Preventieve Aanpak Lezen en Spellen zicht op de preventieve aanpak op de drie ondersteuningsniveaus, de wijze waarop u omgaat met verschillen en hoe u ouders daarbij betrekt. Ook geeft de scan zicht op de wijze waarop bij u op school wordt samengewerkt met andere professionals en hoe schoolontwikkeling en professionalisering vorm krijgen. Verder krijgt u met de scan inzicht in de visie en missie en het onderwijskundig beleid van uw school, maar ook van strategische partijen (schoolbestuur, SWV en gemeente).
Op basis van de resultaten kan gezamenlijk bekeken worden wat er al goed gaat en voortzetting verdient én welke onderdelen of aspecten verbetering behoeven. Om dit verantwoord te kunnen doen biedt de scan sturingsindicatoren die richting geven aan eventuele volgende stappen. Zo kan bijvoorbeeld aandacht nodig zijn op ondersteuningsniveau 3 (één van de 8 verbeterdomeinen) en blijft daarbij vooral de ondersteuning en facilitering op strategisch niveau (één van de 3 aansturingsniveaus) achter. Samen kan dan gekeken worden of, en zo ja, hoe hier verbetering in gebracht zou kunnen worden en wat daarvoor nodig is.
In het geval dat er gekozen wordt voor een ‘serieus’ verbetertraject bieden de resultaten van de scan vervolgens mogelijkheden om voor ontwikkel- en verbeterpunten SMART-doelen te formuleren en deze in een – gezamenlijk gedragen – verbetertraject uit te zetten.
De gegevens uit de Scan Preventieve Aanpak Lezen en Spellen bieden onder andere de mogelijkheid om:
De uitkomsten van de scan geven aanknopingspunten voor gesprekken, maken ontwikkelpunten zichtbaar en helpen om doelen voor een verbetertraject te formuleren en te evalueren. De scan is daarbij een middel en geen doel. Voer voordat de scan wordt afgenomen een gesprek met elkaar over waarom u de scan wil afnemen en met welk doel. Het invullen van de vragenlijst zonder een plan over wat er verder mee gebeurt, heeft geen enkele zin en is zonde van de tijd.
In deel 2 van de Inhoudelijke Handleiding worden de praktische aspecten voor het invullen van de scan toegelicht:
In de technische gebruikershandleiding worden de technische aspecten van het gebruik van de scan toegelicht.
De scan is individueel in te vullen in 15 tot 20 minuten. Bij gezamenlijke invulling is enige discussie – tijdens het invullen – onvermijdelijk, en soms zelfs wenselijk. Dat vraagt meer tijd, maar waak ervoor nooit meer dan een uur hieraan te besteden. De scaninitiator bewaakt de tijd.
Online zelfevaluatie-instrument dat als startpunt kan dienen voor duurzame verbeterslagen in het basisonderwijs met betrekking tot het lees- en spellingonderwijs en de begeleiding van leerlingen met lees- en spellingproblemen en dyslexie.
In groep 3 start het formele lees- en spellingonderwijs, voortbouwend op de basis die gelegd is in groep 1 en 2. De lees- en spellingontwikkeling verloopt bij elk kind anders. Het is belangrijk dat leerlingen die stagneren in hun ontwikkeling al in een vroeg stadium de benodigde ondersteuning krijgen en deze indien nodig ook tijdens hun verdere schoolloopbaan krijgen. Dit met als doel dat álle leerlingen zich ontwikkelen tot geletterde burgers die zich kunnen redden in onze talige maatschappij.
De Scan Leesproblemen en Dyslexie groep 3-8 bestaat uit de volgende onderdelen:
In grote lijnen biedt de uitslag van vragenlijst (rapportage) van de scan zicht op het onderwijs en begeleiding op de drie ondersteuningsniveaus, de wijze waarop schoolteam omgaat met verschillen en hoe zij ouders daarbij betrekt. Ook biedt de scan zicht op de wijze waarop bij u op school wordt samengewerkt met andere professionals en hoe schoolontwikkeling en professionalisering vorm krijgen. Verder biedt de scan inzicht in de visie en missie en het onderwijskundig beleid van uw school, maar ook van strategische partijen (schoolbestuur, Samenwerkingsverband Passend Onderwijs (SWV), gemeente).
Op basis van de resultaten kan gezamenlijk bekeken worden wat er al goed gaat en voortzetting verdient én welke onderdelen of aspecten verbetering behoeven. Om dit verantwoord te kunnen doen biedt de scan sturingsindicatoren die richting geven aan vervolgstappen. De sturingsindicatoren bestaan uit acht verbeterdomeinen en drie aansturingsniveaus. Zo kan bijvoorbeeld aandacht nodig zijn op ondersteuningsniveau 3 (een van de acht verbeterdomeinen) en blijft daarbij vooral de ondersteuning en facilitering op strategisch niveau (een van de drie aansturingsniveaus) achter. Samen kan dan gekeken worden of en zo ja hoe hier verbetering in gebracht zou kunnen worden en wat daarvoor nodig is.
Wanneer er gekozen wordt voor een verbetertraject bieden de resultaten van de scan vervolgens mogelijkheden om voor ontwikkel- en verbeterpunten SMART-doelen te formuleren en deze in een – gezamenlijk gedragen – verbetertraject uit te zetten.
De gegevens uit de Scan Leesproblemen en Dyslexie groep 3-8 bieden onder andere de mogelijkheid om:
De uitkomsten van de scan geven aanknopingspunten voor gesprekken, maken ontwikkelpunten zichtbaar en helpen om doelen voor een verbetertraject te formuleren en te evalueren. De scan is daarbij een middel en geen doel. Voer voordat de scan wordt afgenomen een gesprek met elkaar over waarom u de scan wil afnemen en met welk doel. Het invullen van de vragenlijst zonder een plan over wat er verder mee gebeurt, is zonde van de tijd.
In deel 2 van de Handleiding worden de praktische aspecten voor het invullen van de scan toegelicht:
In de Technische gebruikershandleiding worden de technische aspecten van het gebruik van de scan toegelicht.
De scan bestaat uit 74 vragen en is individueel in te vullen in 45-60 minuten. Bij gezamenlijke invulling is enige discussie – tijdens het invullen – onvermijdelijk, en soms zelfs wenselijk. De keuze voor de invulwijze is afhankelijk van het doel van het gebruik van de scan. De invultijd hangt hier dus sterk mee samen. Het is aan te bevelen om voor het gezamenlijk invullen van de scan een dagdeel uit te trekken, omdat afstemming en discussie de kwaliteit van de antwoorden substantieel verhogen.
Online zelfevaluatie-instrument dat als startpunt kan dienen voor duurzame verbeterslagen in het voortgezet onderwijs met betrekking tot het Nederlandse taalonderwijs schoolbreed.
Een goede ontwikkeling en beheersing van de Nederlandse taal is onmisbaar voor het schoolsucces en maatschappelijk functioneren van jongeren. Effectief taalonderwijs is daarom essentieel. In het voortgezet onderwijs worden de taalvaardigheden die leerlingen op de basisschool hebben opgedaan verder ontwikkeld en uitgebreid. Dit gebeurt niet alleen bij het vak Nederlands, maar ook bij de andere vakken. Taalonderwijs in Beeld VO brengt daarom het taalonderwijs in het voortgezet onderwijs in de volledige breedte in kaart: van het reflecteren op taal tijdens de lessen Nederlands tot de inzet van taaldoelen door docenten van andere vakken in het kader van taalgericht vakonderwijs.
Volgens het Expertisecentrum Nederlands is goed taalonderwijs integraal opgenomen in het onderwijs. Ook is het interactief en is er goede instructie voor nodig. Samen vormen integratie, interactie en instructie de drie i’s die nodig zijn om taalonderwijs op een effectieve manier vorm te geven. Vanuit deze visie – in combinatie met wat bekend is uit onderzoek over effectief taalonderwijs in het basisonderwijs – is Taalonderwijs in Beeld VO ontworpen. Zie deel 3 van de Handleiding en verantwoording Taalonderwijs in Beeld voor de wetenschappelijke verantwoording van de scan.
Taalonderwijs in Beeld VO is de vervanger van de Tussendoelenscan VO en brengt het onderwijs van verschillende taaldomeinen binnen het vak Nederlands en de aandacht voor taalvaardigheid bij andere vakken in kaart. In onderstaand figuur vindt u een visuele weergave van wat Taalonderwijs in Beeld in kaart brengt. Er is aandacht voor de algemene pedagogische-vakdidactische bekwaamheid van docenten en voor een aantal randvoorwaarden voor het bieden van kwalitatief goed taalonderwijs. De scan wordt ingevuld door de verschillende doelgroepen die inhoudelijk betrokken zijn bij het taalonderwijs op school.
De scan bevat de volgende onderdelen:
De resultaten van de scan kunnen als volgt worden benut:
Het is raadzaam om transparante en duidelijke afspraken te maken met het team over met welk doel Taalonderwijs in Beeld VO wordt ingezet en iemand aan te wijzen die het invullen ervan coördineert. In deel 2 van de Handleiding en verantwoording wordt puntsgewijs het proces beschreven dat kan worden gevolgd bij de voorbereiding en uitvoering van het gebruik van de scan. Hier wordt ook meer informatie gegeven over de doelgroepen die de scan invullen en de tijdsinvestering van de verschillende doelgroepen.
Taalonderwijs in Beeld beoogt een zo volledig mogelijk beeld te geven van de kwaliteit van het taalonderwijs op school. Er zijn veel aspecten essentieel voor de inrichting van goed taalonderwijs. Een prioritering hierin aanbrengen is complex. Een gevolg hiervan is dat de scan een groot aantal stellingen bevat. De geschatte tijdsinvestering bedraagt voor docenten Nederlands 30-45 minuten, voor andere docenten 20-30 minuten en voor onderwijsondersteuners en leidinggevenden 15-20 minuten.
De eerste versie van Taalonderwijs in Beeld VO is sinds het voorjaar van 2023 beschikbaar. Na afloop van de vragenlijst vragen wij u daarom naar uw ervaringen en feedback. In de zomer van 2023 zullen wij de scan op basis van de verzamelde feedback bijstellen en verbeteren.
Online zelfevaluatie-instrument dat als startpunt kan dienen voor duurzame verbeterslagen in het voortgezet onderwijs met betrekking tot de begeleiding van leerlingen met lees-, spellingproblemen en dyslexie.
De wijze waarop onderwijs en (extra) ondersteuning wordt gegeven binnen het onderwijs kan worden ingedeeld in drie ondersteuningsniveaus. Naast deze drie ondersteuningsniveaus is er ook een vierde ondersteuningsniveau, namelijk intensieve begeleiding door een externe zorgspecialist.
Docenten bieden goed onderwijs aan (met gedifferentieerde instructie en feedback) en zorgen voor (aangepaste toetsfaciliteiten en pedagogisch didactische maatregelen nemen in de klas (ondersteuningsniveau 1).
Docenten geven extra instructie en oefentijd binnen de les of in extra begeleidingslessen. De dyslexiecoach evalueert voorzieningen en voert oplossingsgerichte coachingsgesprekken met leerlingen (ondersteuningsniveau 2).
Een interne zorgspecialist biedt leerlingen met dyslexie taakgerichte begeleidingslessen gericht op studiestrategieën en op het verbeteren van functioneel lezen en spellen bij de vakken die de leerling heeft (ondersteuningsniveau 3). Indien er een externe zorgspecialist bij betrokken is, biedt deze de leerling begeleiding om het functioneel lees- en spellingniveau bij de vakken waar de leerling moeite mee heeft te verbeteren. In dat geval vindt regelmatig afstemming en evaluatie plaats tussen externe zorgspecialist en de professionals in de school.
Ondersteuningsniveau 4 bestaat uit behandeling en diagnostiek door een bevoegde in dyslexie gespecialiseerde externe zorgspecialist. In het voortgezet onderwijs gaat het om niet vergoede zorg.
Het totale instrument bestaat uit de volgende onderdelen:
In grote lijnen biedt de uitslag van de vragenlijst (rapportage) van de Dyslexiescan Voortgezet Onderwijs zicht op de aanpak op de drie ondersteuningsniveaus, de wijze waarop omgegaan wordt met verschillen en hoe de school de leerlingen en ouders betrekt. Ook biedt de scan zicht op de wijze waarop wordt samengewerkt met andere professionals en hoe schoolontwikkeling en professionalisering vorm krijgt. Verder biedt de scan inzicht in de visie en missie en het onderwijskundig beleid van uw school, maar ook van strategische partijen (schoolbestuur, SWV, gemeente).
Op basis van de resultaten kan – gezamenlijk – bekeken worden wat er al goed gaat en voortzetting verdient én welke onderdelen of aspecten verbetering behoeven. Om dit verantwoord te kunnen doen biedt de scan sturingsindicatoren die richting geven aan eventuele volgende stappen. Zo kan aandacht nodig zijn op ondersteuningsniveau 3 (één van de 8 verbeterdomeinen) en blijft daarbij vooral de ondersteuning en facilitering op strategisch niveau (één van de 3 aansturingsniveaus) achter. Samen kan dan gekeken worden of en zo ja hoe hier verbetering in gebracht zou kunnen worden en wat daarvoor nodig is.
In het geval dat er gekozen wordt voor een verbetertraject bieden de resultaten van de scan vervolgens mogelijkheden om zicht te krijgen op ontwikkel- en verbeterpunten en hiervoor SMART-doelen te formuleren en deze in een – gezamenlijk gedragen – verbetertraject uit te zetten.
De gegevens uit de Dyslexiescan Voortgezet Onderwijs bieden onder andere de mogelijkheid om:
De uitkomsten van de scan geven aanknopingspunten voor gesprekken, maken ontwikkelpunten zichtbaar en helpen om doelen voor een verbetertraject te formuleren en te evalueren. De scan is daarbij een middel en geen doel. Voer voordat de scan wordt afgenomen een gesprek met elkaar over waarom u de scan wil afnemen en met welk doel. Het invullen van de vragenlijst zonder een plan over wat er verder mee gebeurt, is zonde van de tijd.
In deel 2 van de Inhoudelijke Handleiding worden de praktische aspecten voor het invullen van de scan toegelicht:
In de Technische gebruikershandleiding worden de technische aspecten van het gebruik van de scan toegelicht.
De scan is individueel in te vullen in 15 tot 20 minuten. Bij gezamenlijke invulling is enige discussie – tijdens het invullen – onvermijdelijk, en zélfs wenselijk. Dat vraagt meer tijd, maar waak ervoor nooit meer dan een uur hieraan te besteden. De scaninitiator bewaakt de tijd.
De Scan Preventieve Aanpak Lezen en Spellen is geactualiseerd in het kader van het Stimuleringsprogramma Aanpak Dyslexie.
Maximaal 100 deelnemers per onderzoek. Deelname is gratis.
Ja, dat kan. U kunt de browser sluiten en het invullen weer hervatten via de persoonlijke link in de e-mail. U dient dan wel door te klikken naar de vraag waar u de vorige keer was gebleven.
Ja, dit is mogelijk indien de beperkingen in acht worden genomen. Voor de domeinen in de vragenlijsten is er sprake van inhoudsvaliditeit: de vragenlijsten zijn ontwikkeld op basis van wetenschappelijke literatuur en inhoudelijke expertise van onderzoekers en andere betrokken experts. De betrouwbaarheid en validiteit van de instrumenten zijn niet statistisch onderzocht. Sociaal wenselijke antwoorden zijn mogelijk – hiervoor wordt niet gecontroleerd. Bij de interpretatie van gegevens voor onderzoeksdoeleinden moeten deze beperkingen in acht worden genomen. De vragenlijsten zijn opgesteld met een praktisch doel: ze bieden een kader en uitgangspunt om binnen een team op het onderwijs te reflecteren.
Ja, dat kan. Het instrument moet voor elke school opnieuw aangevraagd worden. Na de aanmelding(en) ontvangt u van ons per mail een uitnodiging met een link naar de vragenlijst. In deze mail staat ook de naam van de bijbehorende school.
In de Technische gebruikershandleiding wordt uitgelegd hoe het aanvragen en invullen van de vragenlijsten en het ontvangen van de rapportage van de instrumenten precies werkt.
Bekijk onderstaande video voor een uitgebreide uitleg over hoe je de verschillende instrumenten kunt gebruiken:
De Dyslexiemonitor en Quickscan zijn niet meer beschikbaar. De Scan Preventieve Aanpak Lezen en Spellen, Scan Leesproblemen en Dyslexie Groep 3-8 en Dyslexiescan Voortgezet Onderwijs vervangen deze instrumenten.
De Tussendoelenmonitor PO en Tussendoelenscan VO zijn niet meer beschikbaar. Taalonderwijs in Beeld PO en Taalonderwijs in Beeld VO vervangen deze instrumenten.
Heeft u verdere vragen over het gebruik van onze instrumenten? Neem dan contact met ons op via instrumenten@expertisecentrumnederlands.nl.
Taalonderwijs in Beeld PO bevat stellingen over de volgende taaldomeinen:
Daarnaast is er aandacht voor de volgende randvoorwaarden voor goed taalonderwijs en onderwijsverbeteringen:
Zie Hoofdstuk 3 van de Handleiding en verantwoording voor een uitgebreide – op wetenschappelijke literatuur gebaseerde - beschrijving van alle domeinen.
Hoewel de taaldomeinen geïsoleerd in kaart worden gebracht, is de samenhang hiertussen essentieel. De taalvaardigheden ontwikkelen zich in samenhang met elkaar en dienen daarom ook op die manier te worden aangeboden. Ditzelfde geldt voor woordenschat, (lees)motivatie en grammatica. Onderwijs in deze aspecten is het meest effectief wanneer dit op een betekenisvolle manier plaatsvindt in de context van leren lezen, schrijven en communiceren. Om deze reden is ervoor gekozen om aandacht voor woordenschat en leesmotivatie te integreren in de andere taaldomeinen. Binnen het domein ‘Reflectie op taal’ is aandacht voor grammatica en binnen de andere taaldomeinen is ook aandacht voor reflectie op taal.
U ontvangt van ons de resultaten in een overzichtelijke rapportage (voorbeeld) wanneer de personen die zijn aangemeld door de initiator en de initiator zelf de vragenlijst hebben ingevuld. Iedere deelnemer ontvangt dan een rapportage in zijn mailbox waarin de resultaten van het team worden weergegeven en de individuele resultaten van de deelnemer zelf. Wilt u de rapportage al eerder ontvangen? Neem dan contact met ons op door te mailen naar instrumenten@expertisecentrumnederlands.nl.
In de rapportage die u ontvangt na het invullen van de scan staan enkele suggesties voor vervolgstappen (voorbeeld). In Hoofdstuk 2 van de Handleiding en verantwoording worden deze suggesties uitgebreid toegelicht.
Als team kun je bijvoorbeeld in gesprek gaan over de resultaten van Taalonderwijs in Beeld PO. In Hoofdstuk 2 van de Handleiding en verantwoording is een gesprekskader opgenomen voor het bespreken van de resultaten. De resultaten en de teambespreking kunnen een opmaat vormen voor verdere stappen richting verbeteracties en het opstellen of verbeteren van een taalbeleidsplan. Hiervoor kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van het Stappenplan Taalbeleid (Van der Beek et al., 2009). In de rapportage van Taalonderwijs in Beeld PO (voorbeeld) wordt bij alle domeinen steeds verwezen naar relevante en inspirerende bronnen die ingezet kunnen worden bij het opzetten van een verbeterplan.
Ja, in het Overzicht vragen Taalonderwijs in Beeld PO vindt u een overzicht van de vragenlijst van Taalonderwijs in Beeld PO.
Het gebruiksdoel van de scan is het in kaart brengen van het taalonderwijs op de basisschool in de volledige breedte. Op de basisschool doorlopen kinderen een groot deel van de taalontwikkeling en wordt de basis gelegd voor de verdere ontwikkeling van talige competenties in het vervolgonderwijs. Effectief taalonderwijs is daarom essentieel. De uitkomsten geven aanknopingspunten voor gesprekken binnen het team, maken ontwikkelpunten zichtbaar en helpen om doelen voor een verbeterplan op te stellen. Zie Hoofdstuk 2 van de Handleiding en verantwoording voor meer informatie.
Let op! De scan is een middel, geen doel. Ga voordat de scan wordt afgenomen in gesprek met elkaar over het waarom en het hoe. Als er vooraf transparant en duidelijk over de scan en het nu ervan wordt gecommuniceerd, zal de bereidheid om deel te nemen toenemen.
De scan brengt in kaart hoe de betrokkenen het taalonderwijs op de basisschool waarderen, uitvoeren en ervaren. Het gaat daarbij steeds om een subjectieve beoordeling over het handelen op de verschillende niveaus. Er is geen controle op sociaal-wenselijke antwoorden. Bij het interpreteren van de uitkomsten is het van belang om te realiseren dat het om een zelfevaluatie gaat en niet automatisch om een feitelijke weergave van de stand van zaken. Om de resultaten van de scan zo representatief mogelijk te laten zijn en om succesvol verbeterslagen door te kunnen voeren, is het van belang dat zoveel mogelijk professionals – van de leraren en ondersteuners tot de schoolleiding – betrokken zijn bij het proces. Zie Hoofdstuk 2 van de Handleiding en verantwoording voor meer informatie en instructies over de voorbereiding en uitvoering van Taalonderwijs in Beeld PO.
Bij de ontwikkeling van Taalonderwijs in Beeld is vertrokken vanuit wat bekend is uit onderzoek over effectief taalonderwijs. Uitgangspunt hierbij zijn de drie i’s van het Expertisecentrum Nederlands (EN). Volgens het EN is goed taalonderwijs integraal opgenomen in het onderwijs. Ook is het interactief en is er goede instructie voor nodig. Zie Hoofdstuk 3 van de Handleiding en verantwoording voor de wetenschappelijke verantwoording van de scan.
De scan levert de beste resultaten op als hij wordt ingevuld door een representatieve groep die tezamen de praktijk én het beleid vertegenwoordigen of daar zicht op hebben (zie Hoofdstuk 2 van de Handleiding en verantwoording).
Taalonderwijs in Beeld PO beoogt een zo volledig mogelijk beeld te geven van de kwaliteit van het taalonderwijs op school. Hier zijn veel verschillende actoren bij betrokken. Het grootste deel van de stellingen is bestemd voor leerkrachten. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de verschillende groepen. Zo krijgen de leerkrachten van groep 1 en 2 en groep 3 en 4 gedeeltelijk andere stellingen voorgelegd dan de leerkrachten van de hogere groepen. Alle leerkrachten krijgen stellingen voorgelegd over hun algemeen pedagogisch-didactisch handelen. Ten slotte krijgen alle actoren binnen de school – leerkrachten, onderwijsassistenten, intern begeleiders, schoolleiders, etc. – stellingen voorgelegd die betrekking hebben op de randvoorwaarden voor goed taalonderwijs.
Met de ‘preventieve aanpak’ wordt preventief werken bedoeld in de vorm van (voorbereidend) lees- en spellingonderwijs in groep 1 en 2. Dit heeft als doel om lees- en spellingproblemen en het risico op laaggeletterdheid en dyslexie te voorkómen. Vroeg signaleren is daarvan een belangrijk onderdeel. Door vroeg te signaleren worden stagnaties in de ontwikkeling tijdig in beeld gebracht en wordt voorkomen dat leerlingen (te) lang met problemen rondlopen en daardoor met een taalachterstand aan groep 3 beginnen. Bij preventief werken wordt ondersteuningsniveau 3 (individuele interventies bij risicoleerlingen) in de tijd naar voren gehaald. Er worden dan ook al in groep 1 en 2, naast het aanbod op ondersteuningsniveau 1 en 2, vroegtijdig interventies op ondersteuningsniveau 3 gegeven. Dus: niet afwachten, maar aanpakken als het nodig is! Dit vormt een goede voorbereiding op het formele leesonderwijs in groep 3 én voorkomt onnodige sociaal-emotionele problemen. Naast het stimuleren van verbetering van de preventieve aanpak op de werkvloer (operationeel), is er in de scan ook expliciete aandacht voor implementatie en verankering op alle aansturingsniveaus (ook tactisch en strategisch). Meer weten over preventief werken aan lezen en spellen? Bekijk dan het boek Preventieve Dyslexiezorg (Kleijnen, 2022).
U ontvangt van ons de resultaten in een overzichtelijke rapportage (voorbeeld één invuller; voorbeeld meerdere invullers) wanneer de personen die zijn aangemeld door de initiator en de initiator zelf de vragenlijst hebben ingevuld. Iedere deelnemer ontvangt dan een rapportage in zijn mailbox waarin de resultaten van het team worden weergegeven en de individuele resultaten van de deelnemer zelf. Wilt u de rapportage al eerder ontvangen? Neem dan contact met ons op door te mailen naar instrumenten@expertisecentrumnederlands.nl.
In de rapportage die u ontvangt na het invullen van de scan staan enkele suggesties voor vervolgstappen. In deel 3 en 4 van de Inhoudelijke Handleiding worden deze suggesties uitgebreid toegelicht.
Als team kun je bijvoorbeeld in gesprek gaan over de resultaten van de Scan Preventieve Aanpak Lezen en Spellen. In deel 4 van de Inhoudelijke Handleiding is een gesprekskader opgenomen voor het bespreken van de resultaten. De resultaten en de teambespreking kunnen een opmaat vormen voor een verbetertraject. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van verschillende publicaties en materialen, zoals het Protocol Preventie van Leerproblemen – groep 1 en 2 (Van Druenen et al., 2017). Voor meer materialen, praktische informatie en goede voorbeelden om u te helpen bij het initiëren en doorlopen van een verbetertraject kunt u terecht op www.dyslexiecentraal.nl/basisonderwijs.
Heeft u vragen of behoefte aan extra ondersteuning? Neem dan contact met ons op door te mailen naar info@dyslexiecentraal.nl. Dan kijken we met u naar de mogelijkheden.
Ja, in Bijlage 1 van de Inhoudelijke Handleiding vindt u een overzicht van de vragenlijst van de Scan Preventieve Aanpak Lezen en Spellen.
Het gebruiksdoel van de scan is het in kaart brengen van de preventieve aanpak in groep 1 en 2. De resultaten van de scan kunnen ingezet worden voor duurzame verbeterslagen op dat gebied, als voorbereiding op het formele lees- en spellingonderwijs in groep 3 en de wijze waarop de school daarin ondersteund wordt door strategische partners (zoals het schoolbestuur en Samenwerkingsverband Passend Onderwijs). De uitkomsten geven aanknopingspunten voor gesprekken binnen het team, maken ontwikkelpunten zichtbaar en helpen om doelen voor een verbetertraject te formuleren en evalueren. Zie deel 3 en 4 van de Inhoudelijke Handleiding voor meer informatie.
Let op! De scan is een middel, geen doel. Ga voordat de scan wordt afgenomen in gesprek met elkaar over het waarom en het hoe. Als er vooraf transparant en duidelijk over de scan en het nut ervan wordt gecommuniceerd, zal de bereidheid om deel te nemen toenemen.
De scan brengt in kaart hoe de betrokkenen de preventieve aanpak waarderen en ervaren. Het gaat daarbij steeds om een subjectieve beoordeling over het handelen op de verschillende niveaus, de geboden voorzieningen en gemaakte afspraken op school- en bovenschools niveau. Er is geen controle op sociaal-wenselijke antwoorden. Bij het interpreteren van de uitkomsten is het van belang om te realiseren dat het om een zelfevaluatie gaat en niet automatisch om een feitelijke weergave van de stand van zaken. Om de resultaten van de scan zo representatief mogelijk te laten zijn, is het van belang dat de scan wordt ingevuld door een (representatieve) groep personen (minimaal 6 personen) die tezamen de praktijk én het beleid vertegenwoordigen of daar zicht op hebben. Zie deel 1 en 2 van de Inhoudelijke Handleiding voor meer informatie.
Een belangrijke onderlegger vormt het Protocol Preventie van Leesproblemen – groep 1 en 2 (Van Druenen et al., 2017). Ook kan de Literatuurlijst Praktijkroute Groep 1-2 (Dyslexie Centraal, 2020) geraadpleegd worden voor aanvullende achtergrondinformatie en suggesties voor materialen en oefeningen. Naast deze inhoudelijke kaders zijn implementatiekaders verwerkt met inzichten op het gebied van veranderkunde, implementatiemethodieken, interactieprocessen, draagkracht en draaglast van professionals en leidinggevende, de wijze waarop zij leren en praktijk- en ervaringskennis over de dagelijkse gang van zaken in het onderwijs en de samenwerking met ketenpartners.
Zowel voor de vragenlijst als de andere onderdelen van het instrument (sturingsindicatoren en mogelijk verbetertraject) is geput uit de inhoudelijke kaders en implementatiekaders zoals beschreven in het Plan van Aanpak van het Stimuleringsprogramma en het daarbij behorende conceptueel kader. Zie deel 1 van de Inhoudelijke Handleiding voor meer informatie.
De scan levert de beste resultaten op als hij wordt ingevuld door een representatieve groep (minimaal 6 personen) die tezamen de praktijk én het beleid vertegenwoordigen of daar zicht op hebben (zie deel 2 van de Inhoudelijke Handleiding).
Het invullen van de scan kan op de volgende manieren:
De wijze waarop onderwijs en (extra) ondersteuning wordt gegeven binnen het onderwijs kan worden ingedeeld in drie ondersteuningsniveaus. Er is ook een vierde ondersteuningsniveau, namelijk intensieve begeleiding door een externe zorgspecialist. Hieronder worden de ondersteuningsniveaus kort toegelicht. Een uitgebreide beschrijving van ondersteuningsniveaus 1, 2 en 3 is te vinden in deel 3 van de Inhoudelijke Handleiding. Zie ook de pagina Ondersteuningsniveaus op www.dyslexiecentraal.nl.
Ondersteuningsniveau 1: Leerkrachten bieden goed lees- en spellingonderwijs aan in de klas. Hierbij gaat het onder andere om het effectief gebruiken van de methode en de kwaliteit van de instructie. Ook het gebruik van het leerlingvolgsysteem is van belang, om de vooruitgang te monitoren en eventuele stagnatie van leerlingen te signaleren en zo vroeg mogelijk te kunnen ingrijpen.
Ondersteuningsniveau 2: Hierbij draait het om leerlingen die onvoldoende profiteren van het aanbod op ondersteuningsniveau 1, de 25% zwakste leerlingen. Deze leerlingen halen een E of D-score / V-score op de lees- en/of spellingtoetsen bij de hoofdmeting. Het gaat bij ondersteuningsniveau 2 bijvoorbeeld om verlengde en verdiepte instructie, herhaling in kleinere stappen en meer begeleide inoefening. Dit intensievere aanbod heeft als doel om de aansluiting met de groep te behouden. Vaak biedt de methode al materiaal en instructie die ingezet kan worden op niveau 2. Meer weten over de invulling van ondersteuningsniveau 2? Bekijk dan de Handreiking voor invulling van ondersteuningsniveau 2 en 3 (2021).
Ondersteuningsniveau 3: Als de lees- en of spellingontwikkeling van de leerling stagneert het niet lukt om de aansluiting bij de groep te behouden, moet een specifieke interventie worden geboden. Dit geldt voor de zwakste 10% van de leerlingen. Zij behalen een E-score / V-score op de lees- en of spellingtoetsen bij de tweede hoofdmeting. De interventie past bij de leerling en de hiaten in de lees- en/of spellingontwikkeling. De begeleiding kan individueel zijn of in een groepje van maximaal vier leerlingen. De ondersteuning dient geboden te worden door een gekwalificeerde professional – zoals een remedial teacher of leesspecialist – waarbij de leestijd wordt uitgebreid met minimaal 3 keer 20 minuten per week. Meer weten over de invulling van ondersteuningsniveau 3? Bekijk dan de Handreiking voor invulling van ondersteuningsniveau 2 en 3 (2021).
Ondersteuningsniveau 4: Een bevoegde, in dyslexie gespecialiseerde, externe zorgspecialist voert behandeling en diagnostiek uit. Hierbij is de afstemming tussen de begeleiding op school en de behandeling door de zorg heel belangrijk. Een leerling kan pas voor diagnostiek en behandeling op niveau 4 in aanmerking komen als de school leerlingen voldoende onderbouwd doorverwijst naar de zorg.
U ontvangt van ons de resultaten in een overzichtelijke rapportage (voorbeeld) wanneer de personen die zijn aangemeld door de initiator en de initiator zelf de vragenlijst hebben ingevuld. Iedere deelnemer ontvangt dan een rapportage in zijn mailbox waarin de resultaten van het team worden weergegeven en de individuele resultaten van de deelnemer zelf. Wilt u de rapportage al eerder ontvangen? Neem dan contact met ons op door te mailen naar instrumenten@expertisecentrumnederlands.nl.
In de rapportage die u ontvangt na het invullen van de scan staan enkele suggesties voor vervolgstappen (voorbeeld). In deel 3 van de Inhoudelijke Handleiding worden deze suggesties uitgebreid toegelicht.
Als team kun je bijvoorbeeld in gesprek gaan over de resultaten van de Scan Preventieve Aanpak Lezen en Spellen. In deel 3 van de Inhoudelijke Handleiding is een gesprekskader opgenomen voor het bespreken van de resultaten. De resultaten en de teambespreking kunnen een opmaat vormen voor een verbetertraject. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van verschillende publicaties en materialen, zoals de protocollen Leesproblemen en Dyslexie (zie Werken met protocollen in het basisonderwijs). Voor meer materialen, praktische informatie en goede voorbeelden om u te helpen bij het initiëren en doorlopen van een verbetertraject kunt u terecht op www.dyslexiecentraal.nl/basisonderwijs.
Ja, in Bijlage 1 van de Inhoudelijke Handleiding vindt u een overzicht van de vragenlijst van de Scan Preventieve Aanpak Lezen en Spellen.
Het gebruiksdoel van de scan is het in kaart brengen van het ondersteuningsaanbod op het gebied van lees- en spellingproblemen en dyslexie. De uitkomsten geven aanknopingspunten voor gesprekken binnen het team, maken ontwikkelpunten zichtbaar en helpen om doelen voor een verbetertraject te formuleren en evalueren. Zie deel 3 Inhoudelijke Handleiding voor meer informatie.
Let op! De scan is een middel, geen doel. Ga voordat de scan wordt afgenomen in gesprek met elkaar over het waarom en het hoe. Als er vooraf transparant en duidelijk over de scan en het nut ervan wordt gecommuniceerd, zal de bereidheid om deel te nemen toenemen.
De scan brengt in kaart hoe de betrokkenen het ondersteuningsaanbod op het gebied van lees- en spellingproblemen en dyslexie waarderen en ervaren. Het gaat daarbij steeds om een subjectieve beoordeling over het handelen op de verschillende niveaus, de geboden voorzieningen en gemaakte afspraken op school- en bovenschools niveau. Er is geen controle op sociaal-wenselijke antwoorden. Bij het interpreteren van de uitkomsten is het van belang om te realiseren dat het om een zelfevaluatie gaat en niet automatisch om een feitelijke weergave van de stand van zaken. Om de resultaten van de scan zo representatief mogelijk te laten zijn, is het van belang dat de scan wordt ingevuld door een (representatieve) groep personen (minimaal 6 personen) die tezamen de praktijk én het beleid vertegenwoordigen of daar zicht op hebben. Zie deel 1 en 2 van de Inhoudelijke Handleiding voor meer informatie.
Een belangrijke onderlegger vormen de Protocollen Leesproblemen en Dyslexie voor groep 3, groep 4 en groep 5-8 (Gijsel et al., 2011a; Gijsel et al., 2011b; Scheltinga et al., 2011) en de Quickscan PO en Dyslexiemonitor PO (deze instrumenten zijn niet langer beschikbaar; Klein & Kleijnen, 2006). Deze bronnen zijn aangevuld met de inzichten uit recente wetenschappelijke literatuur met de overzichtsstudie naar de effectiviteit van preventie en interventie in het basisonderwijs (Scheltinga & Elderenbosch, 2020). Naast deze inhoudelijke kaders zijn implementatiekaders verwerkt met inzichten op het gebied van veranderkunde, implementatiemethodieken, interactieprocessen, draagkracht en draaglast van professionals en leidinggevende, de wijze waarop zij leren en praktijk- en ervaringskennis over de dagelijkse gang van zaken in het onderwijs en de samenwerking met ketenpartners. Zie deel 1 van de Inhoudelijke Handleiding voor meer informatie.
De scan levert de beste resultaten op als hij wordt ingevuld door een representatieve groep (minimaal 6 personen) die tezamen de praktijk én het beleid vertegenwoordigen of daar zicht op hebben (zie deel 2 van de Inhoudelijke Handleiding).
Het invullen van de scan kan op de volgende manieren:
Taalonderwijs in Beeld VO bevat stellingen over de volgende taaldomeinen:
Daarnaast is er aandacht voor de volgende randvoorwaarden voor goed taalonderwijs en onderwijsverbeteringen:
Zie Hoofdstuk 3 van de Handleiding en verantwoording voor een uitgebreide – op wetenschappelijke literatuur gebaseerde - beschrijving van alle domeinen.
Hoewel de taaldomeinen geïsoleerd in kaart worden gebracht, is de samenhang hiertussen essentieel. De taalvaardigheden ontwikkelen zich in samenhang met elkaar en dienen daarom ook op die manier te worden aangeboden. Ditzelfde geldt voor woordenschat, (lees)motivatie en grammatica. Onderwijs in deze aspecten is het meest effectief wanneer dit op een betekenisvolle manier plaatsvindt in de context van leren lezen, schrijven en communiceren. Om deze reden is ervoor gekozen om aandacht voor woordenschat en leesmotivatie te integreren in de andere taaldomeinen. Binnen het domein ‘Reflectie op taal’ is aandacht voor grammatica en binnen de andere taaldomeinen is ook aandacht voor reflectie op taal.
U ontvangt van ons de resultaten in een overzichtelijke rapportage (voorbeeld) wanneer de personen die zijn aangemeld door de initiator en de initiator zelf de vragenlijst hebben ingevuld. Iedere deelnemer ontvangt dan een rapportage in zijn mailbox waarin de resultaten van het team worden weergegeven en de individuele resultaten van de deelnemer zelf. Wilt u de rapportage al eerder ontvangen? Neem dan contact met ons op door te mailen naar instrumenten@expertisecentrumnederlands.nl.
In de rapportage die u ontvangt na het invullen van de scan staan enkele suggesties voor vervolgstappen (voorbeeld). In Hoofdstuk 2 van de Handleiding en verantwoording worden deze suggesties uitgebreid toegelicht.
Als team kun je bijvoorbeeld in gesprek gaan over de resultaten van Taalonderwijs in Beeld VO. In Hoofdstuk 2 van de Handleiding en verantwoording is een gesprekskader opgenomen voor het bespreken van de resultaten. De resultaten en de teambespreking kunnen een opmaat vormen voor verdere stappen richting verbeteracties en het opstellen of verbeteren van een taalbeleidsplan. Hiervoor kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van het Stappenplan Taalbeleid (Van der Beek et al., 2009). In de rapportage van Taalonderwijs in Beeld VO (voorbeeld) wordt bij alle domeinen steeds verwezen naar relevante en inspirerende bronnen die ingezet kunnen worden bij het opzetten van een verbeterplan.
Ja, in het Overzicht vragen Taalonderwijs in Beeld VO vindt u een overzicht van de vragenlijst van Taalonderwijs in Beeld VO.
Het gebruiksdoel van de scan is het in kaart brengen van het taalonderwijs op het voortgezet onderwijs in de volledige breedte. Een goede ontwikkeling en beheersing van de Nederlandse taal is onmisbaar voor het schoolsucces en maatschappelijk functioneren van jongeren. Effectief taalonderwijs is daarom essentieel. In het voortgezet onderwijs worden de taalvaardigheden die leerlingen op de basisschool hebben opgedaan verder ontwikkeld en uitgebreid. Dit gebeurt niet alleen bij het vak Nederlands, maar ook bij de andere vakken. De uitkomsten geven aanknopingspunten voor gesprekken binnen het team, maken ontwikkelpunten zichtbaar en helpen om doelen voor een verbeterplan op te stellen. Zie Hoofdstuk 2 van de Handleiding en verantwoording voor meer informatie.
Let op! De scan is een middel, geen doel. Ga voordat de scan wordt afgenomen in gesprek met elkaar over het waarom en het hoe. Als er vooraf transparant en duidelijk over de scan en het nu ervan wordt gecommuniceerd, zal de bereidheid om deel te nemen toenemen.
De scan brengt in kaart hoe de betrokkenen het taalonderwijs op het voortgezet onderwijs waarderen, uitvoeren en ervaren. Het gaat daarbij steeds om een subjectieve beoordeling over het handelen op de verschillende niveaus. Er is geen controle op sociaal-wenselijke antwoorden. Bij het interpreteren van de uitkomsten is het van belang om te realiseren dat het om een zelfevaluatie gaat en niet automatisch om een feitelijke weergave van de stand van zaken. Om de resultaten van de scan zo representatief mogelijk te laten zijn en om succesvol verbeterslagen door te kunnen voeren, is het van belang dat zoveel mogelijk professionals – van de leraren en ondersteuners tot de schoolleiding – betrokken zijn bij het proces. Zie Hoofdstuk 2 van de Handleiding en verantwoording voor meer informatie en instructies over de voorbereiding en uitvoering van Taalonderwijs in Beeld VO.
Bij de ontwikkeling van Taalonderwijs in Beeld is vertrokken vanuit wat bekend is uit onderzoek over effectief taalonderwijs. Uitgangspunt hierbij zijn de drie i’s van het Expertisecentrum Nederlands (EN). Volgens het EN is goed taalonderwijs integraal opgenomen in het onderwijs. Ook is het interactief en is er goede instructie voor nodig. Zie Hoofdstuk 3 van de Handleiding en verantwoording voor de wetenschappelijke verantwoording van de scan.
De scan levert de beste resultaten op als hij wordt ingevuld door een representatieve groep die tezamen de praktijk én het beleid vertegenwoordigen of daar zicht op hebben (zie Hoofdstuk 2 van de Handleiding en verantwoording).
Taalonderwijs in Beeld VO beoogt een zo volledig mogelijk beeld te geven van de kwaliteit van het taalonderwijs op school. Hier zijn veel verschillende actoren bij betrokken. Het grootste deel van de stellingen is bestemd voor docenten Nederlands. Daarnaast krijgen de overige docenten in het voortgezet onderwijs stellingen voorgelegd over aandacht voor de taalontwikkeling van leerlingen tijdens hun lessen (taalgericht vakonderwijs). Alle docenten krijgen stellingen voorgelegd over hun algemeen pedagogisch-didactisch handelen. Ten slotte krijgen alle actoren binnen de school – docenten, onderwijsassistenten, zorg-/ondersteunings-/dyslexiecoördinatoren, schoolleiders, teamleiders, etc. – stellingen voorgelegd die betrekking hebben op de randvoorwaarden voor goed taalonderwijs.
De wijze waarop onderwijs en (extra) ondersteuning wordt gegeven binnen het onderwijs kan worden ingedeeld in drie ondersteuningsniveaus. Er is ook een vierde ondersteuningsniveau, namelijk intensieve begeleiding door een externe zorgspecialist. Hieronder worden de ondersteuningsniveaus kort toegelicht. Een uitgebreide beschrijving van ondersteuningsniveau 1, 2 en 3 is te vinden in deel 3 van de Inhoudelijke Handleiding. Zie ook de pagina Ondersteuningsniveaus op www.dyslexiecentraal.nl.
Ondersteuningsniveau 1: Docenten bieden goed onderwijs aan (met gedifferentieerde instructie en feedback), zorgen voor aangepaste toetsfaciliteiten en nemen pedagogisch didactische maatregelen in de klas.
Ondersteuningsniveau 2: Docenten bieden extra instructie en oefentijd binnen de les of in extra begeleidingslessen. De dyslexiecoach evalueert voorzieningen en voert oplossingsgerichte coachingsgesprekken met leerlingen.
Ondersteuningsniveau 3: Een interne zorgspecialist biedt leerlingen met dyslexie taakgerichte begeleidingslessen gericht op studiestrategieën en op het verbeteren van functioneel lezen en spellen bij de vakken die de leerling volgt. Indien er een externe zorgspecialist bij betrokken is, biedt deze de leerling begeleiding om het functioneel lees- en spellingniveau bij de vakken waar de leerling moeite mee heeft te verbeteren. In dat geval vindt regelmatig afstemming en evaluatie plaats tussen de externe zorgspecialist en de professionals op school.
Ondersteuningsniveau 4: Een bevoegde, in dyslexie gespecialiseerde, externe zorgspecialist voert behandeling en diagnostiek uit. In het voortgezet onderwijs gaat het hierbij om niet-vergoede zorg.
U ontvangt van ons de resultaten in een overzichtelijke rapportage (voorbeeld één invuller; voorbeeld meerdere invullers) wanneer de personen die zijn aangemeld door de initiator en de initiator zelf de vragenlijst hebben ingevuld. Iedere deelnemer ontvangt dan een rapportage in zijn mailbox waarin de resultaten van het team worden weergegeven en de individuele resultaten van de deelnemer zelf. Wilt u de rapportage al eerder ontvangen? Neem dan contact met ons op door te mailen naar instrumenten@expertisecentrumnederlands.nl.
In de rapportage die u ontvangt na het invullen van de scan staan enkele suggesties voor vervolgstappen. In deel 3 en 4 van de Inhoudelijke Handleiding worden deze suggesties uitgebreid toegelicht.
Als team kun je bijvoorbeeld in gesprek gaan over de resultaten van de Dyslexiescan Voortgezet Onderwijs. In deel 4 van de Inhoudelijke Handleiding is een gesprekskader opgenomen voor het bespreken van de resultaten. De resultaten en de teambespreking kunnen een opmaat vormen voor een verbetertraject. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van verschillende publicaties en materialen, zoals het Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs (Henneman et al., 2013), Dyslexie: van theorie naar praktijk in de klas (De Krosse & Van Druenen, 2016) en Toetsen en Interventies bij Dyslexie in het Voortgezet Onderwijs (Steenbeek-Planting et al., 2018). Voor meer materialen, praktische informatie en goede voorbeelden om u te helpen bij het initiëren en doorlopen van een verbetertraject kunt u terecht op www.dyslexiecentraal.nl/voortgezet-onderwijs.
Heeft u vragen of behoefte aan extra ondersteuning? Neem dan contact met ons op door te mailen naar info@dyslexiecentraal.nl. Dan kijken we met u naar de mogelijkheden.
Ja, in Bijlage 1 van de Inhoudelijke Handleiding vindt u een overzicht van de vragenlijst van de Dyslexiescan Voortgezet Onderwijs.
Het gebruiksdoel van de scan is het in kaart brengen van de wijze waarop het onderwijs voor en de ondersteuning van leerlingen met lees-, spellingproblemen en dyslexie in het voortgezet wordt vormgegeven en de wijze waarop de school daarin ondersteund wordt door strategische partners (zoals het schoolbestuur en Samenwerkingsverband Passend Onderwijs). De uitkomsten geven aanknopingspunten voor gesprekken binnen het team, maken ontwikkelpunten zichtbaar en helpen om doelen voor een verbetertraject te formuleren en evalueren. Zie deel 3 en 4 van de Inhoudelijke Handleiding voor meer informatie.
Let op! De scan is een middel, geen doel. Ga voordat de scan wordt afgenomen in gesprek met elkaar over het waarom en het hoe. Als er vooraf transparant en duidelijk over de scan en het nut ervan wordt gecommuniceerd, zal de bereidheid om deel te nemen toenemen.
De scan brengt in kaart hoe de betrokkenen het onderwijs voor en de ondersteuning van leerlingen met lees-, spellingproblemen en dyslexie waarderen en ervaren. Het gaat daarbij steeds om een subjectieve beoordeling over het handelen op de verschillende niveaus, de geboden voorzieningen en gemaakte afspraken op school- en bovenschools niveau. Er is geen controle op sociaal-wenselijke antwoorden. Bij het interpreteren van de uitkomsten is het van belang om te realiseren dat het om een zelfevaluatie gaat en niet automatisch om een feitelijke weergave van de stand van zaken. Om de resultaten van de scan zo representatief mogelijk te laten zijn, is het van belang dat de scan wordt ingevuld door een (representatieve) groep personen (minimaal 6 personen) die tezamen de praktijk én het beleid vertegenwoordigen of daar zicht op hebben. Zie deel 1 en 2 van de Inhoudelijke Handleiding voor meer informatie.
Een belangrijke onderlegger vormen het Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs (Henneman et al., 2013), de daarbij behorende werkdocumenten en de Quickscan VO en Dyslexiemonitor VO (deze instrumenten zijn niet langer beschikbaar; Klein & Kleijnen, 2006). Naast deze inhoudelijke kaders zijn implementatiekaders verwerkt met inzichten op het gebied van veranderkunde, implementatiemethodieken, interactieprocessen, draagkracht en draaglast van professionals en leidinggevende, de wijze waarop zij leren en praktijk- en ervaringskennis over de dagelijkse gang van zaken in het onderwijs en de samenwerking met ketenpartners.
Zowel voor de vragenlijst als de andere onderdelen van het instrument (sturingsindicatoren en mogelijk verbetertraject) is geput uit de inhoudelijke kaders en implementatiekaders zoals beschreven in het Plan van Aanpak van het Stimuleringsprogramma en het daarbij behorende conceptueel kader. Zie deel 1 van de Inhoudelijke Handleiding voor meer informatie.
De scan levert de beste resultaten op als hij wordt ingevuld door een representatieve groep (minimaal 6 personen) die tezamen de praktijk én het beleid vertegenwoordigen of daar zicht op hebben (zie deel 2 van de Inhoudelijke Handleiding).
Het invullen van de scan kan op de volgende manieren: